Rock the roads, een ontmoeting met een broeder

Deze week wandel ik met Els in de Vogezen. Ik weet het wandelen is “per pede”. Maar ik heb een reden om dit verhaal hier met je te delen. Natuurlijk gaat het ook over motoren en over Guzzi’s. Het komt goed, wacht maar af.

We hebben voor deze week niet alleen een paar wandelingen op het oog, we willen ook met de auto een rondje rijden in de omgeving. Voor dat rondje hebben de de “Route des Cretes” uitgekozen. Al het najaar stuitten we er per toeval op en hebben we er een stukje van gereden. De weg voert over bochtige wegen langs de bergachtige west- en zuidkant van de Vogezen. Onder motorrijders is het een geliefd parcours.

Onze eigen interpretatie van de Route des Cretes is een flinke ronde – zo’n 200 km lang – rondom de Vogezen. Deze route voert dus ook langs de oost- en noordkant kant. We reden vandaag niet alleen de bredere asfaltbanen, maar ook de kleinere baantjes door bossen, langs weiden, kleine wijndorpjes, gehuchtjes en boerderijen. Hier verhaal ik vooral motorgerelateerd. Misschien dat ik er later nog eens met de Guzzi ga rijden. Pas daarna deel ik hier een uitgebreider verslag ervan.

Voor nu is het wat mij betreft een absolute aanrader voor motorrijders . . . en automobilisten. Reken wel op een dag stevig doorwerken. Neem voldoende eten en drinken mee. En geniet van datgene dat het landschap je te bieden heeft.

Maar eh “Wat is dit voor een avontuur? Hoezo: “Rock the roads: een ontmoeting met een broeder”? En is er dan niks meer Guzzi tegenwoordig?” Zul je wel denken. Terecht. Natuurlijk houdt mijn verhaal er hier natuurlijk niet mee op. Let even op.

Al rijdende op de “Grand Ballon” spotten we een leuk uitzicht. Ver in de diepte ligt een meer, het landschap eromheen is deels begroeid. De zon licht wat plekken op. Dat moet gefotografeerd worden, daarmee zijn we immers de hele dag bezig. Vlot schuif ik de auto aan de kant. Er staat al een fietser te fotograferen. Maar ik tik hem toch maar niet de berg af, ons uitzicht uit.

Amper zijn we uitgestapt of de fietser spreekt mij in het Duits aan, of ik een foto van hem en het uitzicht kan maken. Hij vind zichzelf niet zo technisch, dus hij kan mij niet uitleggen hoe zijn camera werkt, maar hij denkt dat ik het wel kan. Oh wat leuk, denk ik, hij fotografeert met een Fuji net zoals ik. Dat vinden we allebei wel een leuke verassing. Ik denk dat het mij wel gaat lukken. Nadat ik de foto’s heb gemaakt komt het gesprek op gang.

“Ja, leuk uitzicht. . . . Flinke fietstocht wel. . . . Nog een eindje voor de boeg. . . . Nou ja, hij is wel wat gewend want hij heeft er al wat tochten opzitten. Namelijk onder andere van Vancouver naar San Francisco. En hij was eens naar de Russische grens gereden.” In de daarop volgende minuten word ik deelgenoot van ‘s-mans levensverhaal. “Klaus – zo heet hij – komt uit Keulen. . . . Moeilijke jeugd. . . . Drank. . . . Moeilijke relatie met zijn vader. . . . Het overlijden van de man. . . . Het verwerken van dat alles.”

Dat rolt er dan zomaar eventjes uit. Het verbaast hem zelf ook. Ik vind het niet erg. Het is een aangenaam gesprek. En Klaus’ verhaal is mooi. Dus we praten verder.

Zijn vader was een bekende in het Keulse carnavalsleven. Bij zijn leven verzamelde hij duizenden voorwerpen die samenhingen met carnaval. Klaus heeft alles geschonken aan een Keuls caranavalsmuseum. Een aantal medailles en speldjes heeft hij bewaard. Om het verlies van zijn vader te verwerken, daarmee ook geen gelegenheid te hebben om met hem tot een vergelijk te komen, is Klaus gaan fietsen.

Tijdens zijn tocht door Canada heeft hij duizenden kilometers gereden en veel verschillende mensen ontmoet. Bij elke ontmoeting die hem op een of andere manier raakte gaf hij een medaille of een speldje weg. Naarmate de reis vorderde werd zijn bagage lichter. Maar ook zijn gemoed werd lichter. Tegen het einde van zijn reis waren alle medailles en speldjes op. Klaus ook met zichzelf en zijn relatie met zijn vader in het reine gekomen.

Een heerlijk verhaal, maar waarom vertel ik dat hier? We hebben een uurtje over van alles en nog wat gepraat. Klaus is ongeveer van mijn leeftijd. Hij komt uit Keulen, dat is niet ver van mijn geboorteplaats Kerkrade. Onze beider vaders hadden iets met carnaval. En . . . Klaus heeft – alsof we dat al geroken hadden – een Moto Guzzi. Hè hè, we zijn er. Hij heeft een Californa, type III, een oudje. Ook over het rijden met een Guzzi hebben we heerlijk kunnen praten.

Maar ja, op enig moment moesten we toch afscheid nemen, telefoonnummers uitwisselen en foto’s maken. Ik kan je nog veel meer vertellen over mijn ontmoeting met mijn Guzzi-broeder. Wil je meer weten over Klaus en zijn reizen dan kun je beter zijn website bezoeken. Voorlopig geef ik je hier een beeld mee van ons afscheid mee. Heerlijk voor mij om naar te kijken. Wat voelden we ons verbonden.

Maar wacht . . . Er is meer . . . (Ik lijk wel zo’n reclameman) . . . Bij ons afscheid begon Klaus de rommelen in al zijn tasjes. Na lang zoeken viste hij iets op. Dat was voor mij . . . zijn laatste carnavalsbadge. Onze vaders groetten elkaar ergens. Klaus en ik gaan elkaar zeker nog eens ontmoeten.

9 reacties op “Rock the roads, een ontmoeting met een broeder

  1. Mooi verhaal, broer. Mooi geschreven (heel beeldend) en mooi verhaal. Onze vader zou er blij mee zijn dat zijn zoon nu een carnavalsspeld uit Keulen heeft.

  2. Hey Eugenio,
    Klar sehen wir uns wieder!
    Ich melde mich erst jetzt wieder zurück, weil wie bereits erklärt, die Technik bezüglich Computer und deren in sich bergenden Unsichertheiten jedenfalls bei mir nicht auf Wohlwollen treffen…Ich bin gestern von meiner Reise zurückgekehrt und muss mich erst einmal sortieren – ich melde mich bald wieder zurück . Grüße an Els! Und gleich auch eine Bitte an Sie: Vielleicht möchte Els mir die Bilder diese Sie von Uns gemacht hatte – an meine email-Adresse versenden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *